Stikstofwerking van maaimeststoffen in relatie tot toedieningswijze en bodemconditie

Looptijd: januari 2015 – juni 2017
Opdrachthouder: ILVO (coördinator), Inagro, PCG & UGent
Financierder: Departement Landbouw en Visserij

Kader en doelstelling

Dit project onderzocht het potentieel van maaimeststoffen binnen strategieën van bodembeheer en bemesting bij de biologische teeltmethode. Een maaimeststof is een snede van een groenbedekker, doorgaans een vlinderbloemige of met een vlinderbloemige component, geoogst om als basisbemesting ingezet te worden voor een hoofdteelt op een ander perceel.

Aanpak

Voor de biologische groenteteelt, in open lucht en onder beschutting, werd gedurende twee teeltseizoenen de werking van maaimeststoffen onderzocht in (i) nieuw aangelegde veldproeven om de effecten van de toepassingswijze te onderzoeken en (ii) in bestaande meerjarige proefopzetten bodembeheer om het effect van de bodemconditie te onderzoeken. Door het benutten van meerjarige proefopzetten op drie locaties en de aanleg van bijkomende veldproeven op twee locaties gedurende een periode van twee jaar kon ruime kennis verworven worden over de effectiviteit van deze plantaardige bemestingsvorm in relatie tot strategieën van bodembeheer.

Resultaten

In het algemeen toonden de incubatie- en veldproeven aan dat toepassing van maaimeststoffen van betekenis is voor de stikstof (N)-voorziening van de gewassen en voor de bodemorganische stofopbouw. Uit de verschillende proeven kunnen volgende conclusies getrokken worden:

  • De kwaliteit van de maaimeststof (vnl. koolstof/N-verhouding) is belangrijk voor de N-werking ervan, maar andere factoren (veldomstandigheden o.a. bodemkwaliteit en weersomstandigheden) spelen ook een belangrijke rol.
  • De bodemconditie en toepassingswijze (diep/ondiep inwerken, als mulch toepassen) hebben een gering effect op de N-werking van de maaimeststof.
  • Maaimeststof kan een volwaardig alternatief zijn voor stalmest en organische korrelmeststof.

De doorgaans relatief beperkte N-werking van de maaimeststof geeft aan dat een maaimeststof effectief zal bijdragen aan de organische stofopbouw en daarmee aan het N-leverend vermogen van de bodem.

In vergelijking met stalmest, hebben maaimeststoffen het voordeel dat er doorgaans meer N per eenheid fosfor (P) wordt aangevoerd, hetgeen belangrijk is het in het kader van de verstrengde aanvoernormen voor P. Ook de fractie ammoniakale N is kleiner bij maaimeststof, hetgeen het risico op N-verliezen door vervluchtiging bij toepassing verlaagt.

Rapport