Goede landbouwpraktijken voor de opslag van stalmest op de kopakker

Looptijd: februari 2016 – mei 2016
Opdrachthouder: Coördinatie onderzoeksplatform
Financiering: VLM

Kader en doelstelling

De beperking van opslag van organische meststoffen op het land binnen de huidige mestwetgeving geniet weinig draagvlak bij de landbouwsector. Indien Vlaanderen de voorwaarden van de opslag van mest op de kopakker wil aanpassen, is er nood aan een wetenschappelijke onderbouwing. Hierbij stelt zich de vraag in welke mate de opslag van stalmest op de kopakker bijkomende N-verliezen naar het milieu zal veroorzaken, wat de verschillen zijn ten opzichte van opslag op het landbouwbedrijf en welke bijkomende maatregelen ervoor zorgen dat de verliezen zoveel mogelijk beperkt worden.

Aanpak

De reeds uitgevoerde Vlaamse onderzoeken over strategieën voor opslag van mest op de kopakker worden in detail besproken, en een beknopte literatuurstudie gaat in op de bevindingen van buitenlands onderzoek. Op de vergadering van 8 april 2016 van het onderzoeksplatform werd de nota ‘Goede landbouwpraktijken voor de opslag van stalmest op de kopakker’ bediscussieerd en gefinaliseerd.

Resultaten

Een literatuurstudie, aangevuld met onderzoek uitgevoerd door het ILVO en INAGRO, rond de opslag van stalmest op de kopakker gaf aan dat onafhankelijk van de opslagmethode de N-verliezen door uitspoeling gering zijn in verhouding tot de initiële N-hoeveelheid in de opgeslagen mest en de gasvormige verliezen. De resultaten van dit onderzoek kunnen gebruikt worden om een aanvaardbare oplossing voor deze opslag van organische meststoffen en bodemverbeteraars uit te werken die de verliezen naar het grondwater minimaliseert en tevens voldoende draagkracht heeft binnen de landbouwsector. Er is weinig informatie over gasvormige verliezen die in het kader van programmatische aanpak stikstof (PAS) en klimaatwijzigingen een belangrijk aandachtspunt zijn voor onderzoek.

Publicaties