Agronomische waarde van bewerkte dierlijke mest valoriseren en optimaliseren

Looptijd: juni 2014 – april 2018
Opdrachthouder: Inagro (coördinator), VCM, Universiteit Gent, ILVO, Bodemkundige Dienst van België & Hooibeekhoeve
Financiering: VLM

Kader en doelstelling

Deze studie had als doelstelling om meer duidelijkheid te creëren rond de agronomische waarde en de verdere ontwikkelingsmogelijkheden van producten van dierlijke mestbewerking binnen het kader van de milieudoelstellingen. Deze ontwikkelingsmogelijkheden behelsden zowel onderzoek naar en optimalisatie van de samenstelling van deze producten, als ook het in kaart brengen van de economische haalbaarheid inzake het gebruik van deze producten en inzake de toepassing van de technologie op schaal van een landbouwbedrijf.

Aanpak

Het onderzoek bevat drie luiken:

  1. Een inventarisatiefase van bestaande/mogelijke producten van bewerkte dierlijke mest en technologieën om de samenstelling van deze producten te optimaliseren.
  2. Proeven ter bepaling van agronomische en milieukundige waarde: producten van bewerkte dierlijke mest worden getest op agronomische en milieukundige parameters.
  3. Een economische haalbaarheidsstudie van een aantal (combinaties van) producten en technieken met een inschatting van de mogelijke impact voor Vlaamse landbouwers rekening houdend met mogelijk wijzigende randvoorwaarden.

Resultaten

  • Algemeen
    Er waren geen grote verschillen tussen de geteste producten op te tekenen. Dat terwijl uit de proeven een grote variabiliteit blijkt, in de productsamenstellingen en in de veldwaarnemingen, los van de gebruikte producten. Dat maakt het moeilijk om conclusies te trekken uit het onderzoek. De studie geeft geen aanleiding om producten van mestbewerking te promoten, noch om ze niet te gebruiken. Ook is er geen indicatie om de werkingscoëfficiënten van producten bij te sturen.
  • Belang van correcte dosering en mestsoort
    Uit de studie blijkt dat de toepassing en correcte dosering van dierlijke mest en bewerkte producten op veldschaal niet eenvoudig is. Zelfs niet in gecontroleerde omstandigheden. Daardoor is het ook moeilijk om duidelijke conclusies uit het onderzoek te trekken. Toch komen er enkele aanbevelingen naar boven:
    • Mest homogeniseren is een goede strategie, omdat de variabiliteit in samenstelling erdoor verkleint.
    • Het in situ nemen van stalen, m.a.w. het nemen van stalen vlak voor de mesttoepassing, kan zorgen voor een correctere kennis van de toegediende bemestingsdosissen. De putstalen of bewerkingsproductstalen, die nu enkele weken voor de mesttoediening genomen worden, blijken niet altijd accurate samenstellingen voor het toegediende product te geven, wegens de variatie in de tijd en de heterogeniteit van het product.
    • De studie geeft ook aanleiding om de tracering van bewerkte producten aan te pakken, aangezien er in bepaalde gevallen twijfel was over de herkomst of mestsoort van het gebruikte product.
  • Goede fosforwerking
    Uit de studie blijkt dat de fosforwerking van bewerkte producten vergelijkbaar is met die van kunstmest. Dat betekent dat ook in fosforarme bodems de mest aan 100% fosforwerkingscoëfficiënt kan gerekend worden.
  • Grote impact van beleid op economische haalbaarheid
    Uit de economische analyse blijkt dat een wijziging van de bemestingsnormen een grote impact heeft op de levensvatbaarheid van de producten van bewerkte of verwerkte dierlijke mest.

Publicatie