WikiLeeks: preciezer prei telen met precisielandbouw

Looptijd: januari 2019 – december 2022
Opdrachthouder: Inagro (coördinator), ILVO, KU Leuven, Vito, PCG & PSKW
Financiering: Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO)

Kader en doelstelling

Plaatsspecifiek bemestingsmanagement wint aan belang in prei

De steeds strengere mestwetgeving in Vlaanderen brengt alsmaar meer uitdagingen met zich mee, vooral in de intensieve groenteteelt. Onder andere bij de teelt van late herfst- en winterprei worden vaak te hoge nitraatstikstofresidu’s in de bodem vastgesteld. Dit wordt verklaard door de ruime bemesting om voldoende gewasontwikkeling te verzekeren, gecombineerd met het late planttijdstip (eind juni – begin augustus), een trage begingroei en een zwak en ondiep wortelstelsel. Bovendien komt er in deze periode van nature ook veel stikstof vrij door mineralisatie. Plaatsspecifiek bemesten op basis van de waargenomen gewasbehoefte kan daarentegen wel de groei verzekeren met zo optimaal mogelijke input van meststoffen en het vermijden van stikstofuitspoeling. Precisielandbouw heeft daarom veel toegevoegde waarde in de preiteelt en gaat hand in hand met een algemene verduurzaming van de teelt.

Algemeen doel

Dit project heeft als doel om Vlaamse land- en tuinbouwers bewust te maken van de variatie binnen hun percelen en de nood aan een plaatsspecifiek beheer hiervan. Hiervoor zal precisielandbouw aangewend worden als managementtool, waarbij vanuit diverse gegevensbronnen informatie over het perceel en het gewas wordt verzameld en geanalyseerd. Dit stelt de teler in staat om op een meer onderbouwde manier teeltbeslissingen te nemen en duurzamer te telen zowel in termen van opbrengst en kwaliteit als het inzetten van productiemiddelen.

Aanpak

Concreet beoogt dit project een verduurzaming van de preiteelt door middel van een plaatsspecifiek bemestingsmanagement op het correcte tijdstip en rekening houdend met de bodem- en gewascondities. Hiervoor worden verschillende proef- en praktijkpercelen intensief opgevolgd met bodemscans, drone- en satellietbeelden, bodemstaalnames en opbrengstmetingen. Deze perceelsspecifieke informatie wordt vervolgens geanalyseerd en gekoppeld aan bestaande groei- en bodemmodellen om de gewasbehoefte aan stikstof te bepalen.

De actuele gewastoestand en -behoefte wordt in kaart gebracht met behulp van gewassensoren gemonteerd op een tractor, drone of satelliet. Bij die techniek wordt het licht, gereflecteerd door een gewas, opgevangen voor verschillende golflengtes. Via vegetatie-indexen kan dan een objectieve schatting gemaakt worden van de bladkleur, de bodembedekking en de algemene gezondheid van het gewas. Omdat de data tijdens het teeltseizoen verzameld wordt, kan de bemesting tijdens de teelt bijgestuurd worden. Dit moet toelaten om op een meer onderbouwde manier teeltbeslissingen te nemen.

Ook worden machineconstructeurs en technologieleveranciers bij het project betrokken om te zorgen dat de technologie voor het maken van taakkaarten en het uitvoeren van een plaatsspecifieke bemesting ook effectief beschikbaar komt voor de telers. Hiervoor zal een webportaal ontwikkeld worden waar telers alle beschikbare perceelsinformatie kunnen centraliseren en integreren en van waaruit, op basis van data-analyse taakkaarten, kunnen gegenereerd worden.