Optimaliseren van bemestingsstrategieën vanuit de principes van de biologische landbouw

Looptijd: januari 2018 – december 2021
Opdrachthouder: ILVO (coördinator), Inagro, Pcfruit, Universiteit Gent & Bodemkundige Dienst van België
Financiering: VLM

Kader en doelstelling

In MAP4 en 5 werden de bemestingsnormen voor stikstof (N) en fosfor (P) verstrengd. Er is nood aan ondersteuning en onderzoek om vanuit de principes van de biologische landbouw om te gaan met de geldende maximaal toegelaten N-normen en verscherpte P-normen in MAP5. In veel gevallen kan er in de biologische landbouw maar een lagere hoeveelheid totale N worden toegediend, aangezien P het limiterend element wordt omwille van de N/P-verhouding van de meststof. Dit geldt zeker voor intensieve teelten, zoals groenten, en voor bodems in de bodemfosfaatklassen 3 en 4, die in de biologische landbouwsector ongeveer in dezelfde verhouding voorkomen als in de gangbare landbouw.

Verder is ook de opbouw en het op peil houden van het bodemorganische stofgehalte een aandachtspunt onder de huidige bemestingsnormen, aangezien de aanvoer van effectieve organische stof ook beperkt wordt door het N- en P-gehalte van de meststof. Dit geldt in de eerste plaats voor de biologische landbouwsector, die zwaar steunt op de retentiecapaciteit voor nutriënten en nalevering van nutriënten uit de organische stof in de bodem, maar is van belang voor de ganse landbouwsector.

Aanpak

Het onderzoek bestaat uit 4 luiken:

  1. In een eerste luik van het onderzoek worden de huidige en potentiële bemestingsstrategieën in de bio-sector in kaart gebracht. Dit gebeurt op basis van literatuurstudie en focusgroepen met bio-landbouwers. Via de focusgroepen wordt een analyse gemaakt van de technische, economische en beleidsmatige knelpunten (n.a.v. de mestwetgeving) van de huidige bemestingsstrategieën. Daarnaast worden potentiële oplossingen voor de knelpunten besproken.
  2. Luik 2 start met een screening van de potentiële oplossingsstrategieën afgeleid uit luik 1 voor economische en logistieke aspecten en lange termijneffecten op bodemkwaliteit. Op basis hiervan zal via een participatief proces nagegaan worden welke oplossingsstrategieën voor de problematiek van nutriënten en organische stof het meest potentieel bieden voor de Vlaamse bio-landbouwers per onderzocht teeltsysteem. Hieruit zullen een aantal behandelingen of strategieën worden geselecteerd die dieper onderzocht zullen worden in wetenschappelijke proeven en/of gevalideerd zullen worden op biologische praktijkbedrijven.
  3. Luik 3 start met een screening van de oplossingsstrategieën voor bodemorganische stofopbouw uit de biologische landbouw voor hun inpasbaarheid in de gangbare landbouw. Hierbij worden de oplossingsstrategieën aangepast naar gangbare landbouwcondities, waar er ruimere mogelijkheden zijn van nutriënteninvulling.
  4. In luik 4 worden op basis van de ervaringen en resultaten uit bovenstaand onderzoek aanbevelingen geformuleerd om de nutriëntenhuishouding en de bodemkwaliteit te optimaliseren. De succesvolle bemestingsstrategieën uit het project voor de biologische en voor de gangbare landbouw worden uitvoerig beschreven, met bijzondere aandacht voor het proces van aanpassing van het bedrijfsmanagement om dergelijke strategieën te adopteren. Er worden ook aanbevelingen geformuleerd voor terreinwerkers en voorlichters en voor het beleid, alsook suggesties voor verder onderzoek.